Terug naar het overzicht

Verwatering aandelen

De verwatering van aandelen is voor zowel de koper als de verkoper een belangrijk onderwerp. Onze partner Enno Schets van Schets Advocatuur vertelt je er hieronder meer over.

Belangrijk om goed te regelen!

Zorg dat alles direct goed wordt geregeld en overdenk van tevoren de eigen positie. Door de verwatering van aandelen kunnen twee grote belangen geschaad worden: financieel en qua zeggenschap.

Een meerderheidsaandeelhouder zal de bevoegdheid tot uitgifte van aandelen willen bijhouden, bijvoorbeeld door het aantrekken van een investeerder om het eigen vermogen van de BV te kunnen vergroten, of het kunnen beïnvloeden van het zeggenschap in de AV (algemene vergadering van aandeelhouders).

Een minderheidsaandeelhouder heeft veelal een tegengesteld belang. Als de aandelen verwateren zal zijn aandelenbelang in omvang, winstdeel en zeggenschap verminderen.

Bevoegdheid

Artikel 2: 206 lid 1 BW bepaalt: ‘De vennootschap kan slechts ingevolge een besluit van de algemene vergadering na de oprichting aandelen uitgeven, voor zover bij de statuten geen ander orgaan is aangewezen.’

Ofwel: in het beginsel komt de AV de bevoegdheid toe om tot uitgifte van aandelen te besluiten, indien de statuten hierover zwijgen of dit bepalen.

Het is voor de meerderheidsaandeelhouders dus van belang om via de statuten deze bevoegdheid tot uitgifte van aandelen bij de AV te leggen en daarbij te zorgen voor zeggenschap in de besluitvorming hierover. Zorg indien de meerderheidsaandeelhouder meer dan 50% van de aandelen bezit bijvoorbeeld voor besluitvorming in de AV met meer dan 50% van de aandelen.

De positie van de minderheidsaandeelhouder heeft hetzelfde belang: probeer als de bevoegdheid tot uitgifte van aandelen bij de AV ligt, voor het specifieke besluit te zorgen voor doorslaggevende zeggenschap. Zorg als de minderheidsaandeelhouder 25% of meer van de aandelen bezit, bijvoorbeeld voor besluitvorming in de AV met meer dan 75% van de aandelen.

Voorkeursrecht voldoende in geval van uitgifte van aandelen?

Artikel 2: 206a lid 1 BW bepaald: ‘Voor zover de statuten niet anders bepalen, heeft iedere aandeelhouder bij uitgifte van aandelen een voorkeursrecht naar evenredigheid van het gezamenlijke bedrag van zijn aandelen.’

Als dit ‘volgens het boekje’ goed gaat en het door alle aandeelhouders gewenst is, dan krijgen alle aandeelhouders er na rato van zijn bestaande aandeelbelang een pluk aandelen bij. Hierdoor blijft ieders aandelenbelang, winstdeel en zeggenschap gelijk.

Je bent niet in je voorkeursrecht als je als minderheidsaandeelhouder per se en dus in alle gevallen verwatering aandelen wilt voorkomen.

Bij uitgifte van aandelen kun je wel een voorkeursrecht hebben maar als het bij de minderheidsaandeelhouder (ten tijde van beoogde uitgifte van aandelen) ontbreekt aan (voldoende) financiële middelen om die aandelen te kunnen kopen, kan de meerderheidsaandeelhouder de bedoelde aandelen uitgeven aan een nieuwe aandeelhouder.

Er vindt daarom dus toch verwatering van aandelen plaats met voornoemde gevolgen. Ondanks dat de minderheidsaandeelhouder dacht via het voorkeursrecht beschermd te zijn tegen verwatering aandelen.

Ergo: voor een minderheidsaandeelhouder het belangrijk voor doorslaggevend zeggenschap in de AV door te zorgen, door te zorgen voor specifieke besluiten tot uitgifte van aandelen. Ofwel: zonder toestemming geen besluit tot uitgifte van aandelen/verwatering aandelen. Dat is mogelijk door het regelen van een zgn. gekwalificeerde meerderheid (met quorum eis) of via unanimiteit bij deze besluitvorming binnen het AV. Dit is vast te leggen in de statuten en in een aandeelhoudersovereenkomst.

Statuten: vanuit de meerderheidsaandeelhouder

Als de meerderheidsaandeelhouder verwatering aandelen wil kunnen blijven realiseren dan is – naast doorslaggevende zeggenschap in de AV op dit besluit – te denken aan het volgende:

  1. De statuten laten bepalen dat niet iedere aandeelhouder bij uitgifte van aandelen voorkeursrecht heeft. (zie artikel 2. 2:206a lid 1 BW)
  2. Het beperken of uitsluiten van voorkeursrecht van de AV voor een bepaalde uitgifte, te laten bepalen door de statuten.

Betreft de laatste: bij het besluit van de AV tot beperking of uitsluiting van het voorkeursrecht dient het gelijkheidsbeginsel van artikel 2:201 lid 2 BW in acht te worden genomen. Dit beginsel is van dwingend recht. Dit betekend kort gezegd dat aandeelhouders door het vennootschap gelijk behandeld dienen te worden.

Het voorkeursrecht voor bepaalde aandeelhouders en voor andere aandeelhouders mag niet willekeurig worden uitgesloten door de AV. Daarnaast dient de norm van de redelijkheid en billijkheid in acht te worden genomen.

Ongelijke behandeling van aandeelhouders mag alleen als daarvoor een objectieve en redelijke rechtvaardiging kan worden aangewezen. Dit is voor juristen natuurlijk voor om te kunnen bepalen of en zo ja wanneer daarvan sprake is.

Statuten: vanuit de minderheidsaandeelhouder bezien

Voor minderheidsaandeelhouders is het bij het onderwerp verwatering aandelen van groot belang om naar de statuten van de vennootschap te kijken, zeker bij aanvang van deelneming.

Het is voor de vennootschap en bestaande aandeelhouders van belang dat de beoogde toetreder gaat participeren in de vennootschap. Je kunt dan als beoogd minderheidsaandeelhouder ook meer eisen gaan stellen.

Het kan wenselijk zijn om bijvoorbeeld bestaande statuten van de BV te laten aanpassen, hierdoor kan worden bepaald dat iedere aandeelhouder bij uitgifte van aandelen een voorkeursrecht heeft en dat de AV niet het voorkeursrecht kan beperken of uitsluiten.

Als minderheidsaandeelhouder moet je letten op de soms in statuten voorkomende mogelijkheid van delegatie van de uitgiftebevoegdheid aan het bestuur. De minderheidsaandeelhouder moet voor wat betreft de besluitvorming van de AV ook goed kijken naar het verkrijgen van doorslaggevende zeggenschap in deze besluitvorming.

De meerderheidsaandeelhouder zou anders alsnog via een ander orgaan kunnen proberen tot uitgifte van aandelen/verwatering aandelen over te gaan, en daarmee dus de AV en eventuele gekwalificeerde meerderheid ter zake van de meerderheidsaandeelhouder te vermijden. Er bestaat op dit vlak overigens wel jurisprudentie, waarop de minderheidsaandeelhouder beroep kan doen.

Contractueel: de aandeelhouders – of participatieovereenkomst

Het is voor elke aandeelhouder, meerderheidsaandeelhouder of minderheidsaandeelhouder, van groot belang dat dit onderwerp op de juiste wijze mee genomen wordt in de aandeelhoudersovereenkomst of in de participatieovereenkomst.

Als er namelijk later een geschil tussen aandeelhouders ontstaat, dan kan het juist hebben geregeld van dit onderwerp verwatering aandelen de positie van de betreffende aandeelhouder maken of breken. Bijvoorbeeld bij onderhandelingen overeen door de ene of andere aandeelhouder gewenste exit.