Optie en voorkeursrecht
Een optie is de mogelijkheid om volgens afspraak (een deel van) een bedrijf over te kopen. Een voorkeursrecht is vaak puur een eerste optie tot koop. Dit voorkeursrecht tot koop is alleen als de eigenaar van de zaak af wil. Een optie kan eerder ingaan. Waar moet je verder allemaal op letten bij opties en voorkeursrecht?
Het volgende voorbeeld maakt het verschil tussen optie en voorkeursrecht helemaal duidelijk: Stel, Meneer Jansen heeft een bedrijf dat goed loopt en hij wil met pensioen. Zijn zoon is nog niet oud genoeg om het over te nemen maar wellicht wil die te zijner tijd een deel van de grond van het bedrijf kopen om daar een eigen huis op te bouwen. Maar eerst neemt mederwerker De Vries de zaak over. Jansen & De Vries komen overeen dat De Vries de zaak overneemt maar ook dat De Vries een optie verleent aan de zoon van Jansen. Enige jaren later meldt de zoon van Jansen zich bij De Vries, hij wil een gedeelte kopen. De Vries zegt echter dat dat niet de afspraak was. Blijkt dat Jansen en De Vries geen duidelijke afspraken hebben gemaakt. Jansen had het over een echte optie, De Vries over een voorkeursrecht tot koop. De optie is volgens de wet: ‘een beding waarbij één der partijen zich verbindt om, indien de wederpartij dat wenst, met haar een bepaalde overeenkomst te sluiten.’ Het verlenen van een optie staat dan gelijk aan een onherroepelijk aanbod. Bij een optie-beding moet je overeenstemming hebben over de aard van het object, de te betalen prijs en de termijn waarvoor de optie geldt. Een voorkeursrecht tot koop is dat als de eigenaar de grond of het bedrijf wilt verkopen hij het als eerste aanbiedt aan degene met het voorkeursrecht. Die beslist dan wel of niet te kopen. Als je opties en voorkeursrechten maakt, moet je op de volgende punten letten:
- Kan de optiehouder zijn recht overdragen aan een willekeurige derde?
- Gaat de optie over op erfgenamen of is hij ‘hoogstpersoonlijk’
- Gaat de verplichting van de optiegever over op zijn erfgenamen. Dit is in het algemeen wel het geval tenzij dit uitdrukkelijk is uitgesloten.
- Is het voorkeurs repeterend. Dit wordt ook wel een kettingbeding genoemd. Stel dat de gerechtigde een keer afziet van koop en de eigenaar verkoopt het aan een derde persoon, heeft de allereerste gerechtigde dan opnieuw een voorkeursrecht tot koop bij deze derde persoon?
- Is overdracht binnen concern misschien wel toegestaan, zonder verplichting tot aanbieding?