Familiebedrijven denken te weinig aan opvolging (1)
Directeur-grootaandeelhouders (dga's) en directieleden van familiebedrijven steken massaal hun kop in het zand als het gaat om hun opvolging. Dat concludeert het onderzoek van 'Family Business'-onderzoek 2007/2008 van PricewaterhouseCoopers onder 1.500 familiebedrijven verspreid over 28 landen.
Nederland
De onderzoekers verwachten dat van de circa 80.000 Nederlandse familiebedrijven ruim een kwart binnen vijf jaar van eigenaar verandert. In meer dan de helft zal het gaan om familieopvolging. Ruim een derde (35%) verwacht verkocht te worden aan een private equity partij.
Geen opvolgingsplan
Ruim de helft (55%) van de Nederlandse familiebedrijven heeft geen concreet bedrijfsopvolgingsplan klaarliggen en 59% heeft nog geen opvolger gekozen. Tegelijkertijd is er veel irritatie bij dga's over complexe fiscale regels. De onderzoekers stellen dat zowel overheid als dga's de opvolgingsproblematiek serieuzer moeten gaan nemen.
Schenking van aandelen
Een belangrijk knelpunt bij bedrijfsopvolging vormt schenking van aandelen binnen een familiebedrijf. De daarop rustende inkomstenbelastingclaim van 25% (weliswaar uitgesteld) moet worden afgerekend met de fiscus. Indien aandelen vererven, behoeft echter niet te worden betaald. Dit betekent in de praktijk dat ofwel de bedrijfsopvolging wordt uitgesteld totdat de 'jongere' generatie zelf ook al op hogere leeftijd is, of dat ingewikkelde structuren nodig zijn om de jongere generatie toch te laten participeren in de toekomstige waardeaangroei van het familiebedrijf. De onderzoekers bepleiten om de regeling voor schenking van aandelen in familiebedrijven gelijk te trekken met die bij overlijden. De generatie die de kar moet trekken in het familiebedrijf, kan dan ook de eigenaar zijn.
Wereldwijd
Bedrijfsoverdracht is niet alleen een specifiek Nederlands probleem, zo blijkt uit het onderzoek. Wereldwijd heeft 49% van de familiebedrijven geen plan klaarliggen waarin het toekomstig eigendom van hun bedrijf wordt geregeld. Wereldwijd meent 85% van de respondenten dat vereenvoudiging van het fiscale regime en verlaging van de belastingdruk een topprioriteit van hun overheid zou moeten zijn.