De zin en onzin van bedrijfswaardering in het MKB
Het thema bedrijfswaardering lijkt een logisch onderdeel gedurende het proces van bedrijfsoverdracht. Binnen het MKB, en dan specifiek bij bedrijven met minder dan 10 werknemers, is echter nauwelijks sprake van een bedrijfswaardering. De waarde c.q. vraagprijs wordt veelal gebaseerd op onderbuikgevoel. Of men laat een uitspraak over de prijs zelfs aan de kandidaat-koper over. Een terechte werkwijze?
Bedrijfswaardering in MKB vereist specifieke aanpak
Feitelijke constatering is dat de waarde van een bedrijf in het MKB een specifieke aanpak vereist boven de waardering van beursgenoteerde bedrijven. Deze laatstgenoemde zijn immers al gewaardeerd en dit wordt van dag tot dag door de markt bijgesteld, hetgeen wordt uitgedrukt in een koers van het aandeel. Een MKB-bedrijf heeft echter andere kenmerken waardoor niet simpelweg de koers/winst-verhouding toegepast kan worden om waarde te bepalen. Verschillende aspecten leiden tot specifieke aandachtsgebieden bij waarderen, waaronder de juistheid en volledigheid van historische gegevens (deze laten het zuivere resultaat zien). Daarnaast speelt de afhankelijkheid van de ondernemer een grote rol. Indien de onderneming goed in staat is een eventueel verlies van de ondernemer op te vangen leidt dit tot een lager bedrijfsrisico en een hogere waarde. Zo zijn er diverse dimensies waarop een MKB-bedrijf beoordeeld kan worden die bij grootbedrijven en beursgenoteerde ondernemingen niet of nauwelijks een rol spelen.
(Eigen)wijsheid bij ondernemers
Uit onderzoek van de Europese vereniging van waarderingsinstituten (The European Group of Valuers' Associations; TEGoVA) blijkt dat een overgroot deel van de ondernemers die hun bedrijf willen verkopen, zich niet druk maken over een bedrijfswaardering. In 80% van de gevallen wordt op basis van onderbuikgevoel gehandeld. Een logisch gevolg van een zelfstandige invulling van de waarde c.q. prijs voor de door henzelf opgebouwde onderneming is overwaardering. Ook komt het voor dat de ondernemer geen risico op onderwaardering wil lopen en daarom de kandidaat-koper een bod laat uitbrengen. Het resultaat is dan, logischerwijze, teleurstellend. Bijkomend risico is dat de verkoper het bod als een oordeel ervaart, wat tot afbreuk van het proces kan leiden.
Onderhandeling en prijsvorming
Dat een verkoper het uitgangspunt hanteert dat een kandidaat-koper toch (veel) lager gaat bieden dan dat verkoper vraagt, en daarom de vraagprijs op voorhand (veel) hoger inzet, is op zich te begrijpen. Dit is echter niet de juiste volgorde van handelen. De koopprijs is niet enkel het gevolg van vraag en aanbod. Ten aanzien van het aanbod dient gefundeerd te worden aangegeven wat de sterke punten zijn en waaruit de waarde bepalende factoren en de onderscheidende kenmerken bestaan. Waarderen is in eerste instantie een interne en externe analyse van het bedrijf, alsmede de omgeving waarin deze opereert, te doorgronden en de positie van de betreffende onderneming daarin te beoordelen. Deze zaken liggen namelijk ten grondslag aan de financiële prestaties.
Financierbaarheid en overnameconstructie
De kandidaat-koper zal zijn eigen mogelijkheden omtrent de financierbaarheid moeten bepalen. Dat geldt zowel voor zijn eigen positie, mogelijkheid tot inbreng eigen vermogen, als voor de algemene normen van financierbaarheid. Banken hebben ook een verantwoordelijkheid om een mening te geven ten aanzien van de koopprijs. Naast de hoogte van de koopprijs kunnen ook andere elementen van belang zijn in de overnameconstructie. Hierbij valt te denken aan een gefaseerde overname, gedeeltelijk meefinancieren door verkoper, deelbetaling bij overdracht en deelbetaling(en) op termijn, verhuur van het pand van verkoper aan koper en het aanblijven van verkoper. Dit zijn allemaal onderdelen waardoor beide partijen voor zichzelf een goed gevoel over kunnen houden aan de transactie, een zogenaamde win-win situatie.
Koper en verkoper hebben dezelfde belangen
Tijdens een bedrijfsoverdracht waarbij gesproken wordt over waarde en prijs wordt tevens gesproken over “tegenpartijen”. Op zich een interessant begrip. Te meer omdat het gaat om 1 en hetzelfde object: de onderneming. Koper en verkoper hebben dan toch juist hetzelfde belang? Continuïteit van de onderneming en optimaliseren van de prestaties. Verkoper heeft doorgaans meer informatie en kennis van de totale onderneming (klanten, leveranciers, personeel, producten, et cetera) dan de koper. Dit gebrek aan transparantie kan juist worden opgevangen door het inkleden van een overnameconstructie waardoor de bedrijfsrisico’s evenredig verdeeld kunnen worden tussen koper en verkoper.
Bedrijfswaardering heeft aanwijsbaar toegevoegde waarde
Om deze overnameconstructie in te kunnen kleden dient men terug te gaan naar de bron: een juiste bedrijfswaardering. Niet enkel om de waarde te berekenen, maar in eerste instantie om inzicht te krijgen in de organisatie en de bijbehorende processen. Dit vergt een onafhankelijke benadering en de kennis, ervaring en expertise om met deze informatie met de kandidaat-koper de onderhandelingen op een constructief niveau te voeren. Zonder een grondige analyse weet de ondernemer niet waar hij het over heeft en kan deze geen beeld vormen van de consequenties van onderhandelen en hierbij gemaakte afspraken. Ook lijkt het initiatief aan de kandidaat-koper laten om uitspraken te doen over waarde c.q. prijs minder voor de hand liggend: deze beschikt niet over die informatie om een juist oordeel te kunnen geven. Met een dergelijke analyse worden deze nadelen opgeheven en bereikt men het tegenovergestelde: transparante informatie, een efficiënte bedrijfsoverdracht, een reële en verantwoorde transactie met 2 tevreden partijen.