Terug naar het overzicht

Verkoop aandelen – check de aanbiedingsregeling

Als een BV meerdere aandeelhouders heeft en een van de aandeelhouders zijn aandelen wil verkopen, zegt de wet: voor een geldige overdracht is vereist dat de aandeelhouder zijn/haar aandelen eerst aanbiedt aan zijn mede-aandeelhouders, tenzij de statuten anders bepalen (art. 2:195 lid 1 BW). Dus primair een wettelijke aanbiedingsregeling, behalve als dit anders is geregeld in de statuten.

De aanbiedingsregeling in de praktijk

Sinds de ingevoerde Flex-BV wetgeving is het toegestaan dat de statuten afwijken van de wettelijke aanbiedingsregeling en zo dus een andere regelgeving aan te houden. Een aandeelhouder is bij verkoop dus niet verplicht zijn aandelen eerst aan mede-aandeelhouders aan te bieden, wanneer vermeld. In de praktijk is de blokkeringsregeling zowel in “oude” als in “nieuwe” statuten echter nog steeds aanwezig:

  • of de andere aandeelhouders  van de onderneming moeten eerst om toestemming gevraagd worden voor een verkoop aan derden;
  • of het is zelfs verplicht dat de andere aandeelhouders de aandelen eerst wordt aangeboden, voordat er overgegaan kan worden op een verkoop aan derden.

Op zich is dit nog niet zo raar, aangezien een BV doorgaans een besloten karakter heeft: anders zou een aandeelhouder plotseling met een wildvreemde geconfronteerd kunnen worden die zichzelf mede-aandeelhouder noemt. Dit is natuurlijk iets wat men bij een BV absoluut niet wil.

De gevolgen van het niet naleven

Artikel 2:195 lid 4 BW van de wet zegt dat een overdracht in strijd met een statutaire beperking ongeldig is. Het is dus erg belangrijk te weten wat de statuten precies inhouden. Bij een holding structuur kan het bijvoorbeeld zo zijn dat een verkoop van aandelen op holding niveau toestemming van de aandeelhouders van de werkmaatschappijen moet hebben. Wanneer dit wordt genegeerd en het de bedoeling is van de directeur-grootaandeelhouder om zijn aandelen in de holding aan een externe partij over te dragen, kun je diep in de problemen komen, zeker als al een koopovereenkomst met de derde is gesloten. Het is dus aan te raden om eerst duidelijk te hebben wat de statuten precies zeggen, voordat je overgaat tot een dergelijke aandelenoverdracht.

Statuten zonder aanbiedingsregeling: nog gekker

Zelfs als er in de statuten niet duidelijk gezegd wordt dat het vereist is, kan het tóch vereist zijn om goedkeuring te vragen aan de algemene vergadering van aandeelhouders, bijvoorbeeld wanneer het bestuur van een BV besluit om de aandelen in twee dochtervennootschappen te verkopen. Als er geen toestemming is gegeven, maar het bestuur gaat toch over op een verkoop, levert dit gegronde redenen op om te twijfelen aan juist beleid, aldus uitspraak ECLI:NL:GHAMS:2013:4773 van de ondernemingskamer.

Wat is de boodschap?

Het komt er eigenlijk op neer dat je er goed aan doet als je de aandelen altijd eerst aanbiedt bij jouw mede-aandeelhouders, als die er zijn, voordat je overgaat tot een verkoop derden. Doe dit ook op de formeel juiste wijze, conform de regeling in de statuten en leg vast in de koopovereenkomst dat aan de aanbiedingsregeling is voldaan. De notaris zal dit normaliter ook nog controleren en opnemen in de akte van levering van aandelen. Wanneer aan alles voldaan is, wordt jouw verkoop goedgekeurd.